Dana Gavanski - Yesterday Is Gone

Full Time Hobby

Yesterday Is Gone

Af en toe doet Dana Gavanski wat aan Nico van The Velvet Underground denken op haar debuut en dat is geen toeval.

Dana Gavanski opereert dezer dagen vanuit Toronto, Canada. In dat land werd ze ook geboren, maar ze stamt wel uit een Servische familie en ze heeft ergens nog die tongval. Nico werd (waarschijnlijk) geboren in Hongarije en groeide op in Duitsland. Zij kon of wou dat nooit verbergen.

Ook Gavanski is trots op haar Servische achtergrond. Het was zelfs een drie maanden durende trip naar het moederland van haar voorouders die haar carrière onrechtstreeks in een versnelling bracht. Ze speelde al een tijdje gitaar, maar na haar trip nam ze zanglessen om de typische manier van zingen in traditionele Servische kafananummers te benaderen. En dat is één van de elementen die deze plaat bijzonder maken.

Maar ja, er is meer. Ook de productie door Sam Gleason en Mike Lindsay (Tunng en LUMP) draagt veel bij. De chemie tussen hen en Gavanski deden de nummers van vorm veranderen omdat ze elk een verschillende smaak en visie hadden. Dankzij Lindsay sijpelde meer elektronica door in het folky geluid van Gavanksi, zoals te horen is op de ep ‘Spring Demos’ uit 2017 en Gleason schaafde de melodieën bij.

Het is die mix van folk en donkere seventiespop met een randje van vergane glorie eraan die dit debuut een kleur geeft die je bij andere hedendaagse vrouwelijke singer-songwriters niet vindt. Bovendien staan er echt een pak parels op, klaar om zo maar door jou opgeraapt te worden.

De opener One By One is er zo eentje. Hij verscheen ook al op single, lang voor de plaat uitkwam en lijkt te beginnen als een nummertje door een absolute beginner op gitaar, maar ontpopt zich dan als iets dat van Vashti Bunyan zou kunnen zijn. Ook het groovy Catch was al een single. Hier valt voor het eerst de zwierige bas van Charles James op, al is het de tenorsax van Ted Crosby die de song iets extra’s geeft.

Mooi, maar toch niet zo mooi als die andere singles Good Instead Of Bad en de titeltrack.Die twee zijn zwierige songs waarin Gavanski haar twijfels op ongeëvenaarde wijze bezingt met die rokerige stem. In de titeltrack is het trouwens weer die sax van Crosby die ons het meest pleziert. Goed idee om hem als enige van de ‘Spring Demos’-ep aan boord te houden

Op centerpiece Trouble is het dan weer het stomende orgel van Aaron Hoffman dat de boel spijziger maakt. Over deze song hangt een mist van psychedelica door de vervormde instrumenten en de gruizige elektrische gitaar van Heather Kirby. Ook drummer Evan Cartwright mag eens steviger uithalen dan elders op deze plaat. Beiden moeten wachten tot Everything That Bleeds om nog eens voluit te gaan, al is deze track complexer van opbouw en moeten ze zich te gepasten tijde ook inhouden. Songs als deze twee houden de plaat mooi in balans en vermijden dat het te soft wordt.

Dat wordt het maar één keer trouwens. En wel in afsluiter Memories Of Winter, het enige nummer waar we niet zo gek op zijn. Maar hey, wie haalt er negen op tien op zijn eerste rapport? Dana Gavanski wel dus.

6 april 2020
Marc Alenus