Cursive - Happy Hollow

Saddle Creek

Welkom in 'Happy Hollow', beste lezer, een niet zo happy provinciestadje ergens in de Verenigde Staten.  Tim Kasher die, net als het overgrote deel van de Amerikaanse musici niet veel op heeft met George jr., leidt u met plezier rond en legt daarbij graag zijn ziel en de Amerikaanse leugen voor u bloot.

Happy Hollow



Het verschil met voorganger, 'The Ugly Organ' zit hem in het feit dat celliste Gretta Cohn het harde bandleven niet meer zag zitten en dus ook niet meer voorkomt op dit album.  In de plaats daarvan komt een blazerssectie en, wie Cursive een beetje kent, trekt nu (net als wij aanvankelijk) ongetwijfeld zijn wenkbrauwen op.  Maar vreest niet, gelijkgeaarden, het vuur is nog wel degelijk aanwezig.  De gitaren raggen als weleer en de songs blijven lekker hoekig, springerig en stuiterend.  De koperen bijstand dient enkel ter aanvulling en die aanvulling is subtiel en gepast gebruikt, zelfs in die mate dat je je afvraagt waarom hij hier niet eerder op gekomen is.  Muzikaal hoort Cursive dus nog steeds in de emorock-hoek thuis, maar schurkt zich even graag tegen de poppy kant der muziek aan.

In Opening The Hymnal  wordt u welkom geheten voor een dikke veertig minuten rockmuziek met bitsige teksten over ouder worden (Dorothy At 40) , de ongenoegens van godsdienst (At Conception) en kleinburgerlijkheid (Flag And Family).  Waar Kasher met The Good Life zijn melancholische kant laat zien, probeert hij al zijn woede en frustratie te steken in Cursive.  Wat ons betreft, mag dat, want klappers als Big Bang kan je blijven draaien.  Maar jammer genoeg is het niveau van de plaat niet altijd even hoog.  Zo zijn Babies en The Sunks, gezongen door gitarist Ted Stevens, niet slecht, maar ontberen zij de bokkensprongen van bijvoorbeeld So-So Gigolo. 

Maar we gaan niet zeuren over die schoonheidsfoutjes.  Als geheel mag dit werkstuk er meer dan zijn en dat de heren ook live met dit werk uit de voeten kunnen, hebben we op Pukkelpop al kunnen zien.

Kasher en de zijnen mogen dus rustig verdergaan op de ingeslagen weg en mogen daarbij volgende keer wat ons betreft de panfluit nieuw leven inblazen, zo lang ze maar blijven spelen op het scherp van de snede.

8 november 2008
Patrick Van Gestel