Cullen Omori - The Diet

Sub Pop Records

The Diet

Vier jaar geleden werd Smith Westerns ontbonden. Op zich niet zo erg, want uit de band ontsproot Whitney met Max Kakacek, Julien Ehrlich en hun livetoetsenist Ziyad Asrar. Bovendien ging zanger Cullen Omori solo. Twee voor de prijs van één dus.

Cullen Omori bracht zijn solodebuut ‘New Misery’ twee jaar geleden uit en is nu terug met deze opvolger. Daarop klinkt hij als een hedendaagse kristallisatie van al zijn voorbeelden zoals daar zijn: The Beatles, The Stones, Marc Bolan, Oasis en Brian Ferry. Beetje vreemd als je weet dat hij destijds verklaarde dat bij Smith Westerns de invloeden te duidelijk hoorbaar waren. Maakt dat van ‘The Diet’ een slechte plaat? Hoegenaamd niet, maar wel eentje dat tijdloos klinkt en niet meteen onmisbaar is of een aardverschuiving zal veroorzaken.

Maar laat dat nu net de bedoeling geweest te zijn. Op de site van Sub Pop verklaarde Omori dat de voorbije twee jaar een moeilijke tijd waren waarin hij te geforceerd op zoek wou gaan naar authentieke ervaringen in de romantische overtuiging dat hij door pijn moest gaan om goede songs te kunnen schrijven.

Uiteindelijk kwam het besef dat hij alle pretentie moest laten varen en gewoon zichzelf moest zijn. Alle emotionele en negatieve ballast werd overboord gekieperd en daaruit ontstond de titel van de plaat: hij zette zichzelf op een dieet van positivisme.

Het resultaat is een verzameling songs die op de een of andere manier gedefinieerd kunnen worden als liefdesliedjes. Een paar gaan over liefde voor een persoon, maar hij eert net zo goed zijn antidepressiva.

En Omori leek ook wel heimwee te hebben naar het leven in een band. Hij maakte deze plaat samen met Taylor Locke, die zichzelf aanbood nadat hij Omori een paar nieuwe songs hoorde spelen, en een pak gastmuzikanten waaronder Andy Cary op gitaar, Darren Weiss op drums, Kyle Fredrickson op gitaar, toetsen en lap steel en (ook erg bepalend voor het geluid) Erin Poulin op hoorn.

Four Years, de vooruitgestuurde single, mag de plaat openen. Het is een van de weinige nummers waarop een beetje fuzz wordt gebruikt, waarin Omori al liet horen dat hij de richting uit wilde van de 60’s pop, inclusief harmoniezang en zilveren gitaren.

Andere singles als Happiness Reigns (een liefdeslied dat hij samen met zijn huidige vriendin schreef) en A Real You gingen verder op dat pad en maakten duidelijk hoe positief Omori zou klinken op deze plaat. Ze zijn mooi verdeeld op het album met de eerste in het midden, en de tweede maakt de cirkel mooi rond met zijn zoete, maar caleidoscopische gitaarriedel die flirt met de warme hoorn van Poulin.

Niet alle nummers blijven aan de ribben plakken, maar er zijn er toch nog een paar het vermelden waard. Quiet Girl met zijn dromerige riffs, harmoniezang en zijn modern klinkende intro bijvoorbeeld of Black Rainbow waarin de gitaar stilaan mag openbloeien, buitengewone percussie de gaten vult en de donkere tekst een mooi contrast vormt met de warme hoorn en synthklanken.

Natural Woman is dan weer schaamteloos romantisch en heeft een vettere humbuckersound terwijl Milennium Geishas een welkome bries energie biedt, wat aantoont dat er ook een paar nummers te veel staan op dit leuke, maar dus niet onmisbare album.

19 augustus 2018
Marc Alenus