Courtney Barnett - Sometimes I Sit And Think, And Sometimes I Just Sit
Mom & Pop Music
“Slacker-rock” is de stempel die Courtney Barnett op haar voorhoofd krijgt gebrandmerkt. Ofwel muziek voor flierefluiters en leeglopers. Niet helemaal juist, als je het ons vraagt, want niet iedereen kan met zo’n sprekend gemak banale teksten schrijven en er toch mensen mee ontroeren.
Courtney Barnett is een Australische singer-songwriter, die met Avant Gardener – een verhaal over hoe ze al spittend in haar tuin een paniekaanval kreeg – onze aandacht trok. Een goudeerlijk en charmant verhaal over het leven als werkloze, maar vooral ook over de onzekerheden die een mens ervaart tussen de puberjaren en het volwassen leven. ‘Sometimes I Sit And Think’ is van hetzelfde, en daar zijn wij best wel blij mee.
Het album leunt tegen alternatieve indie en garage rock, met een knipoog naar de “college” jaren negentig. Haar refreintjes zijn catchy, en dat terwijl ze doorheen het hele album constant met hetzelfde stemtimbre lijkt te zingen, of zelfs gewoon vertelt. Dagen hebben wij “ I’m thinking of you too” meegezongen uit An Illustration of Loneliness (Sleepless in New York). Of het refrein van Pedestrian At Best keihard meebrullen als het even niet meezit, het kan allemaal. Iedereen kan zich aangesproken voelen tot de onbenullige, maar soms secure verhaallijnen.
Barnett heeft oog voor detail, en sopt dit in droge, zwarte humor waar wij rode kaken van krijgen. Die zwarte humor vindt ze terug in de meest gênante situaties. Tijdens Aqua Profunda vertelt ze hoe ze bijna verdronk terwijl ze haar “swimming pool crush” wou imponeren.
Tijdens opener Elevator Operator vertelt ze het verhaal van een spijbelende twintiger die op het dak van een wolkenkrabber gaat staan. Niet om te springen, zoals de toeschouwers dachten, maar gewoon om van het uitzicht daarboven te genieten: “I like to imagine I'm playing SimCity / All the people look like ants from up here”.
Maar bij een lach hoort soms een traan. In An Illustration of Loneliness (Sleepless in New York) worstelt ze met slapeloosheid. Terwijl ze wezenloos staart naar de scheuren in haar plafond, analyseert ze hen, net zoals een handenlezer dat zou doen met de palm van je hand. Tijdens Depreston bezoekt ze een huis in een goedkope wijk, en probeert ze haar over het feit te zetten dat dat huis ooit het onderdak was van een troosteloze weduwe. En terwijl ze Kim’s Caravan zachtjes inzingt op een wolk van voorbij dwarrelende gitaarlijnen lijkt ze zelfs helemaal in te storten.
Deze vraag dringt zich dan ook op: “Do we sit and think, or do we just sit?” Wel, we zitten meer aan de verhaallijnen en de melodietjes te denken dan we oorspronkelijk dachten. Barnett mag op haar debuut dan nog zo onzeker klinken als het gekrab op een krasbiljet, met dit album heeft ze alvast het grote lot gewonnen.
Courtney Barnett speelt vrijdag 21 augustus op Pukkelpop