Christina Vantzou - N°3
Kranky
Geen simpele tante hoor, de Amerikaanse, artistieke duizendpoot Christina Vantzou. Ze weet zich echter met de juiste mensen te omringen; mensen zoals Adam Wiltzie (Stars Of The Lid) of Minna Choi (Magik Magik Orchestra). Vanuit het exotische Brussel zweeft ze al jaar en dag in haar eigen, neoklassieke wereldje. In 2011 pronkte de dame met haar veelbesproken debuut ‘N°1’. U raadt het al, met het sferische ‘N°3’ staat de teller inmiddels op drie.

Oorspronkelijk is Christina Vantzou beeldend kunstenaar. En ze is nog steeds erg actief als videokunstenaar en grafisch ontwerper. Verder was ze muzikaal volledig ongeschoold en onbeïnvloed bij aanvang van haar muzikale carrière. Die twee troeven speelt ze ten volle uit in haar emotioneel diep gewortelde composities.
Dat zijn er veertien, op dit album. Veertien momenten van minimale sfeerbeleving, doom- en droomimpressies en duistere intimiteit. Daarvoor heeft ze zomaar eventjes veertien medemuzikanten geactiveerd, die allen een goed verscholen bijdrage leveren in een stevige, elektronische ambientervaring vol welgemikte, klassieke injecties.
Eerlijk is eerlijk, de overmacht aan doezelige droomtonen en donkere drones domineert nogal sterk op ‘N°3’. Een donkerblauwe of blauwgrijze grondkleur blijkt alomtegenwoordig, de dramatiek van glijdende violen werkt als katalysator. Deze muziek lijkt voortdurend somber en ontastbaar. De zeldzaam te onderscheiden toevoegingen van cello, hoorn of viool blijken enkel maar ten dienste te staan van een geheel overdonderende, weinig optimistische sfeer.
Gelukkig scoort Vantzou geen veertien keer op rij in dezelfde minimalistische somberheid. In Cynthia floreert een kerkorgel op een glorieuze, opvallend heldere manier terwijl fonkelende geluidjes en effecten voor een welkom optimisme zorgen. Opvolger Stereoscope klinkt niet enkel ostentatief, maar ook trots en parmantig, met stevig ingekleurde drones en warme koperblazers. Het geeft dit album even een stevige houvast. Onverwijld hoogtepunt is zonder twijfel Pillar 3, dat een jazzy laatavondpiano in de hoofdrol plaatst en met meeslepende soundscapes een opgewekte melancholie creëert. Maar Vantzou moet daar natuurlijk weer zo’n onaards sfeertje van holle impressies rond hangen, dat het nummer meer als een soort van mars-serenade overkomt.
Deze plaat is duidelijk geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. De algehele neerslachtigheid, sombere roes en minimale bewegingen doen regelmatig naar adem snakken. Traag evoluerende creaties waarin ruimte haast geen grenzen kent, wegen ernstig op het gemoed. En dan spreken we zelfs over composities die nauwelijks drie aardse minuten in beslag nemen.
Christina Vantzou nodigt in elk geval uit om haar werk meermaals en met mate te consumeren. Eens bevangen, is dit een uitermate intrigerende en aangrijpende plaat. Maar het is erop of eronder. En wie in een optimistische mood is, heeft duidelijk een achterstand.