Boudewijn De Groot - Achter Glas
Universal Music Group
Hij maakte nooit veel platen en ook nooit slechte. Hij bouwde zijn carrière grotendeels op de onovertroffen teksten van zijn huisdichter en spitsbroer Lennaert Nijgh. We hebben het over Boudewijn De Groot. Nijgh is dertien jaar geleden gestorven en zijn nagelaten werk is ongeveer tot het laatste, zelfs onafgewerkte vers door De Groot op muziek gezet. Dus moest hij zelf nummers schrijven. Het resultaat mag er zijn. Meer zelfs, het is een heel knappe plaat geworden.

De Groot opent met het autobiografisch getinte Heemsteedse Dreef. Op het einde voegt medeproducer en Golden Earring-held George Kooymans er een knappe gitaarsolo aan toe, die meteen deed denken aan dingen die dezelfde Kooymans deed op ‘Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser’, een hoogtepunt uit het werk van Boudewijn van ongeveer veertig jaar geleden. Het nummer is een liefdesverklaring aan de stad uit zijn kindertijd met handige referenties naar titels uit zijn oeuvre, die ondertussen tot het UNESCO-erfgoed van de Lage Landen zijn gaan behoren.
Dat niemand een ballade kan componeren zoals De Groot, weten we al sinds eeuwen maar dat hij ook mooie teksten erbij kan schrijven is toch enigszins verrassend. In het verleden heeft hij het af en toe gedaan, maar toen geraakten die kennelijk niet uit de schaduw van Nijghs poëzie. De teksten van De Groot hebben een wat meer vertellende toon dan de wel heel knappe, maar enigszins in een kunstmatige taal gestelde songs van Lennaert Nijgh. Wellicht zijn die songs net daarom tot in de Nederlandse bloemlezingen doorgedrongen. Dat zal misschien niet meteen gebeuren met de teksten van Boudewijn De Groot. Die zijn gewoon, maar niet banaal; alledaags, maar niet goedkoop. Luister maar naar Het Meisje En Het Blauwe Meer of Het regent In Antwerpen en geniet !
‘Achter Glas’ is een nostalgische plaat geworden. De Groot blikt terug op zijn eigen carrière, droomt over zijn jeugd in Nederland, over avonturen in België, zijn moeder die hij niet gekend heeft, zijn vader die niet erg aanwezig blijkt geweest te zijn. Het is een sfeer die De Groot op het lijf is geschreven en waar in de muziek het mineurakkoord voor dient. Schemering heeft een knappe tekst, een perfect daarbij passende melodie en een enigszins onderkoelde zang. Boudewijn De Groot "grand cru". In het op een mooie piano drijvende Metamorfose wordt hij introspectief en zorgt een melancholische viool voor de juiste sfeer.
Een apart hoogtepunt op deze plaat zijn de drie songs waarin hij zijn toch wel aparte relatie met zijn ouders ontleedt. Anamorfose is een song over zijn vader; een beetje cryptisch met een simpele piano en orgel als begeleiding. Bloedmooi. Het titelnummer Achter Glas gaat verder door op de familiale thematiek op een nogal lui en tegelijk aanstekelijk tropenritme. Hij sluit de trilogie af met het hartverscheurende Ik Ben Een Zoon. Superlatieven hebben we al lang niet meer. Verstillend en aangrijpend zijn de woorden die ons te binnen schieten.
Had Boudewijn De Groot deze plaat nodig om te bewijzen dat hij en hij alleen de enige singer-songwriter van internationaal niveau is in het land van Maas en Waal? Neen toch. Wel illustreert hij nog maar eens op welke eenzame hoogte hij speelt. Boudewijn De Groot is een klasse apart.