Boris - Dear

Sargent House

Boris blijft een constante stroom aan muziek produceren. En daar zal waarschijnlijk nooit verandering in komen. Net omdat ze zo in de marge zitten, zijn er geen verwachtingen en kunnen ze eigenlijk zo’n beetje doen wat ze willen. ‘Dear’ past perfect binnen dat plaatje. Het resultaat is soms uitermate spannend, maar niet altijd.

Dear

Rock, punk, psychedelica, … Boris heeft ze allemaal wel ergens aangestipt of samengesmolten met een ander genre. Gewoon zeggen dat ze nu zijn teruggekeerd naar de basis (één van de nummers heeft dezelfde titel als de eerste plaat van het gezelschap), is dan ook niet echt waar. Voor ‘Dear’ kozen ze voor aan doom verwante drones, maar konden ze het evenmin laten om er af en toe toch iets anders tussen te steken.

Earth moet zowat de band zijn waartegen dit album het zwaarst aanleunt. En dat begint al bij de opener D.O.W.N. - Domination Of Waiting. Het album valt binnen met lang aangehouden drones, verwijzend naar de band van Dylan Carlson, maar dan nog donkerder. Feedback en ruis vieren hoogtij en de zang maakt er helemaal een satansmis van.

DEADSONG gaat op hetzelfde elan door. De zang is minder rauw, maar nog steeds onverstaanbaar. Stilaan evolueert het geheel van puur experiment meer naar song. Het titelnummer en de afsluiter Dear zitten in hetzelfde hoekje: ronkende gitaren, enkele roffels halfweg, bijna kotsende, dronken zang, als een oerschreeuw om gehoord te worden. Het nummer is aardedonker en duurt misschien net iets te lang om te blijven boeien voor het in totale atonale chaos eindigt.

Absolutego is eigenlijk de eerste, echte song en toont de meer toegankelijke kant van Boris. De weergaloze stonerriff en Takeshi, die zich de longen uit het lijf schreeuwt, maken dit nummer onweerstaanbaar. Halfweg wordt de band pas echt nijdig en scheren de solo’s hoge toppen. Ook Biotope is iets toegankelijker met de ingetogen gitaarstrums en shoegaze-zang.

Ook gitariste Wata laat van zich horen op Beyond, dat als een rustige indianendans start voor de boel opnieuw ontploft. De ongemakkelijke afwisseling tussen hard en zacht maakt dat het lijkt alsof je naar een horrorfilm kijkt: je weet dat er doden gaan vallen, alleen niet wanneer. Distopia – Vanishing Point mag je eveneens rekenen tot de uitschieters met de solo’s die je de haren ten berge doen rijzen.

De hele plaat is misschien net iets te lang om spannend te blijven tot het einde. Maar dat betekent nog niet dat ‘Dear’ niet de moeite loont. Wie iets heeft met meer heavy werk en niet wordt afgeschrikt door experiment, vindt hier ongetwijfeld zijn gading.

18 juli 2017
Patrick Van Gestel