Bettie Brussels - Bettie's Brein

Eigen beheer

Bettie's Brein

Onlangs vierden we de nationale feestdag. En ja, Sire, er zijn nog Belgen. Of toch minstens echte "Brusseleirs". Neem nu Liesbet Meyns. Op de debuutplaat zingt ze in het Nederlands, Frans en in het Brusselse dialect. Een echte ket dus.

De plaat is al een tijd uit en kreeg niet zoveel aandacht en dat is toch wel onterecht, want er staan leuke nummers op, waarmee Bettie Brussels ons in haar brein laat kijken en waarmee ze aantoont dat ze over enkele troeven beschikt.

Er is in de eerste plaats de stem van Meyns, maar ook de jazzy pianotoetsen van Tijl Decatte en de samenzang met Nele Uyttendaele, die ook de baspartijen voor haar rekening nam. Deze drie vormen de kern van Bettie Brussels, maar op de plaat worden de nummers extra ingekleurd met onder andere de warme trompet van Michel Paré en de subtiele drums van João Lobo.

Een nummer als Ce Qui Est Faux, roept onweerstaanbaar vergelijkingen op met Axelle Red en France Gall. En eerlijk gezegd zijn het de Franstalige nummers die ons het best bevallen. Een zin als: “Versta mij niet verkeerd / ’t is van muziek dat ik ‘t meeste hou/ maar daarom hoef ik nog niet te blijven staan hier in de kou”, in de verder wel mooie opener Wil Je Even Naar Me Luisteren klinkt toch al gauw als een karamelvers.

Geef ons dan maar het rockende Tu T’Egares waarin ze aantoont dat het Frans niet enkel de meest romantische taal is, maar ook kil en boos kan klinken. Net zoals elders wisselt Meyns hier pittige spoken word-fragmenten af met zang (hier enkel in het meeslepende refrein). Dat geeft de nummers een extra punch. Maar zelfs als ze dat niet doet, zoals in het emotionele Te Laat, valt er wel iets anders op. In genoemd nummer is dat de gitaar van Thomas Valgaerts.

En ook al probeert Meyns op de cover de tong te verdoven met een ijsblokje, toch geeft ze zich in de teksten vaak helemaal bloot. Dat komt heel natuurlijk en geloofwaardig over, zeker in Tu Te Fous De Ma Gueule over een one-night-stand met een (getrouwde) narcist, waarin ze bekent dat ze af en toe gewoon lijfelijke liefde nodig heeft. Gedurfd, maar net daarom opmerkelijk.

Ook Wat Ik Ook Zeg en Waar De Zon Schijnt verdienen nog een vermelding. Hier doet Bettie Brussels iets wat heel moeilijk is: opgewekte, positieve nummers maken die toch ver weg blijven van onnozelheden. Plots mag de zon binnen aan het eind van de plaat. Zelfs in het “bijna-protestlied”, afsluiter Les Couleurs De Bruxelles, waarin ze met humor grootstedelijke én persoonlijke problemen tackelt, is dat het geval.

Met ‘Bettie’s Brein’ slaagt Bettie Brussels erin om meteen een unieke sound te vinden (met dank aan Ellen Schoenaerts). Of kent u andere Nederlandstalige, kwaliteitsvolle jazzplaten met hitpotentie?

Op 23 september staat Bettie Brussels in jazzbar The Music Village.

 

 

23 juli 2024
Marc Alenus