Beth Whitney - Into The Ground
Tone Tree Music

Met een warme, zachte stem vertelt Beth Whitney verhalen over de natuur, de menselijke ziel en de band tussen beide. Als Poëet en schilder doet ze dit op een beeldende manier. Haar americana leunt nauw aan bij folk en haar nummers komen zeer intiem binnen, op basis van een sober instrumentarium.
Dat wil echter niet zeggen dat Whitney als een ijl, lieflijk engeltje overkomt, verre van. Hoe meer je naar 'Into The Ground' luistert, hoe beter je de diepgang en de emoties voelt: van donkere, woeste folk over orchestrale hymnes tot zelfs popdeuntjes. Al hadden die laatste niet gehoeven voor ons.
Wild Roses is als opener meteen zo'n subliem, door folk geïnspireerd, wat donker nummer dat je meteen bij de keel grijpt. De manier waarop Whitney neuriet boven de diepe klanken van een cello is prachtig gedaan. Het contrast met het dartelende Two Sons kan bijna niet groter zijn. Gitaargetokkel neemt over, Beth zingt zachtjes over het hebben van een thuis en een zonnestraal lijkt door te breken. Met Wild Horse, dat een jazz-pop vibe heeft, rond ze een trio nummers af die van grote klasse getuigen.
Met haar volgende twee nummers, In Another Life en Wild Heart laat Whitney haar sound helaas wat meer richting pop overslaan, waardoor de skip knop snel gevonden is.
Moonlight heeft meteen terug onze aandacht. Een dromerige song geweven rond een 'strummende' gitaar, sublieme cello-accenten en Beth die ingetogen haar verhaal brengt. Mooier kan het bijna niet. Opnieuw krijgen we dan een contrast wanneer de uit de Pacific Northwest (lees de staat Washington)) afkomstige kunstenares de stekker uit Dylan's Shelter From The Storm trekt en de song heel upbeat en vrolijk brengt. Zalig toch hoe mooi een banjo kan klinken.
Bij de laatste vier nummers - we laten de beide akoestische versies even buiten beschouwing - springen vooral het smachtende Thunder (horen we hier bijna een Ray Lamontagne terug?), door Beth als een gebedje omschreven en afsluiter Huckleberry met zijn bluegrass feel.
Ook al is ze bij ons niet echt gekend, Beth Whitney draait nu al zo'n veertien jaar mee en heeft drie full albums en twee ep's op haar naam staan. Eigenlijk gaat het hier om een duo: Aaron Fishburn is niet enkel haar standup bass player maar ook haar levenspartner.
En omdat we nu eenmaal gek zijn van het geluid van de cello, vermelden we nog vlug dat Natalie Mai Hall de dame is die er op dit album de meest betoverende klanken weet uit te... ehm... toveren.
Deze recensie verscheen eerder bij Brothers In Raw.