Beach House - Once Twice Melody

Bella Union

Once Twice Melody

Een masterclass in escapisme.

Achttien songs. Zoveel staan er op dit dubbelalbum, de negende studioplaat van Beach House sinds 2004. Veel verrassende wendingen hoeven we dus al lang niet meer te verwachten. De sound van het duo voelt anno 2022 aan als een paar warme, goed ingelopen pantoffels. Of zoals de vertrouwde arm rond je schouders terwijl je samen met je partner in de zetel hangt voor de zoveelste aflevering van ‘Friends’. De passie is wel uit de relatie, maar een warm gevoel van genegenheid blijft altijd hangen, ook al kan je al eens een geeuw niet onderdrukken. Als je dan ook nog eens achttien nummers tegelijk krijgt voorgeschoteld, loert het spook van verveling helemaal van onder de kast.

Misschien dat Victoria Legrand (zang, orgel) en Alex Scally (gitaar, toetsen, zang) daarom deze plaat in vier moten hebben opgedeeld. Het eerste verscheen al in november 2021 en elke maand volgde er nog een rits songs om nu de verzameling compleet te maken.

Het eerste deel was erg sterk, maar de volgende delen bevatten telkens slechts één of twee hoogtepunten. Nu we de hele zwik al een paar keer na elkaar beluisterd hebben, kunnen we maar één conclusie trekken: dit is een masterpiece in escapisme. Het duo haalt de volledige trukendoos boven om een eigen universum te creëren dat gedomineerd wordt door synthwolken, roos als suikerspin.

In de teksten duiken woorden op als “suikerstok”, “bloemen”, “velours”, “lianen” en “robijnen” en de kleuren zijn roze, paars, violet en aanverwanten. Enkel in Masquerade overheerst het zwart en de schaduw. Het is ook één van de weinige songs waarin de beat iets dwingender is, maar ook één van de songs waar je enigszins ongemakkelijk van op je stoel gaat zitten. Net wat je nodig hebt bij zo’n lange droomtrip.

De plaat werd grotendeels opgenomen in de Apple Orchard Studio in Baltimore, waar het duo thuis is. En daar is exact waar je lijkt te vertoeven tijdens het beluisteren van het meer dan een uur durende album: in een zomerse boomgaard waarin een weeë, zoete geur hangt van rijp fruit terwijl de zon zachtjes ondergaat. Je voelt je loom worden in het hoofd en misschien dommel je af en toe zelfs in, maar geen nood: als de plaat op repeat staat, word je als vanzelf weer zachtjes wakker met hemelse klanken in je oor.

Wat ook goed nieuws is: de beste nummers staan voor- en achteraan. En vooral de donkere nummers spreken ons het meest aan. We noemden al het spookachtige Masquaerade, maar voeg daar gerust Hurts To Love aan toe of Finale dat ons ietwat doet denken aan het werk van het waarschijnlijk al lang vergeten Strawberry Switchblade dat in de jaren tachtig opviel met polkadots en weemoedige synthpop. Het duo roept hier beelden op van achteloos rolschaatsen op een verlaten parking, het herbekijken van oude, favoriete films op televisie en confetti, die verspreid ligt op de dansvloer nadat het feestje al lang afgelopen is. Ook The Bells valt op, niet in het minst door het Hawaii-gitaartje, maar ook door de ongelooflijk mooie zanglijn die mooi in contrast staat met de mechanische kille beat in het al genoemde Hurts To Love. 

In de huidige, harde wereld voelt Once Twice Melody aan als een anachronisme of iets van een andere wereld, maar wellicht was dat ook de bedoeling en misschien kunnen we allemaal wel wat zachtheid gebruiken.

18 februari 2022
Marc Alenus