Astodan - Dirges
dunk!records
Met vier albums, een ep en een live plaat op acht jaar tijd kan je de jongens van Astodan bezwaarlijk beschuldigen van een zittend gat. Maar uiteraard telt niet alleen de kwantiteit. Veel belangrijker is de kwaliteit. Ook op dat vlak stelt de band gelukkig nooit teleur. En al zeker niet met deze ‘Dirges’.
Het was niet zonder koudwatervrees dat we ons een jaar of vijf geleden, op aanraden van een kennis-met-kennis-van-zaken, onderdompelden in de muziek van Astodan. Als “extra duiding” bij die gouden tip goochelde hij nog met enkele “wervend bedoelde” genreaanduidingen en muziektermen waarvan het ons begon te duizelen. Maar die waren we meteen weer vergeten toen we een eerste keer luisterden naar ‘Bathala’, de tweede plaat van de band. We waren niet zomaar “verkocht”, dit was gewoon verslavend spul. En hoewel dit muziek was die zich toen nog ver buiten onze comfortzone bevond, was dit toch precies waar we op dat ogenblik nood aan hadden.
Ongewild had het (toen nog) vijftal een plaat gemaakt die voor ons perfect paste bij het enge voorjaar van 2020. ‘Bathala’ verscheen immers op het moment dat de maatschappij door corona net op slot was gegaan en we met zijn allen veroordeeld waren tot een ophokplicht van onbepaalde duur. Omdat we zelf niet zo’n grote praters zijn, als het gaat over onze onzekerheden en onze angsten, was deze intense muziek – met die voor postrock typische dynamiek met enerzijds zachte en introspectieve en anderzijds luide en energieke passages, die elkaar voortdurend aflossen - de ideale uitlaatklep, wanneer weer maar eens een onheilstijding in het nieuws ons zowat tot wanhoop dreef.
Met terugwerkende kracht omarmden we na ‘Bathala’ al snel de eerder uitgebrachte ep ‘New Life’ (’17) en debuutlangspeler ‘Ameretat’ (’18). Waar de muziek op die eerste releases nog werd gecomponeerd door Tim Moens, oprichter en één van de drie gitaristen, was het tweede album meer een echte groepsplaat. Opvallend: deze bezwerende, fascinerende mix van postrock, shoegaze, progrock, postmetal, postpunk en minimalism werd – en wordt - gemaakt door muzikanten met een verleden in punk-, hardcore- of metalcorebands. Moens (gitaar) drumde bij The Setup en Poison My Blood, waar hij al samenspeelde met Tom Verryken (bas). Nick Buelens (gitaar) zat met Tom Overloop (drums) bij Face The Fax en Bert Quinten (gitaar) speelde jarenlang bij PN en Homer.
Sinds de derde plaat – ‘Évora’ (’22) - is daar nog een instrument bijgekomen met de stem van Bart Van der Elst (The Geraldines). Die geeft de muziek van Astodan nóg meer zeggingskracht. Dat moet niet meteen letterlijk opgevat worden, want Van der Elst vervult allesbehalve de rol van klassieke frontman/leadzanger. De stem zit altijd ergens halverwege de mix: niet helemaal bedolven dus onder lagen gitaar, bas en drums, maar evenmin prominent op de voorgrond. Doordat je vaak ook maar flarden opvangt – en verstaat – van wat hij zingt, wordt de muziek nog meer ongrijpbaar en intrigerend.
Geweldige songs als Relocate, Oath en Reconcile bewezen op ‘Évora’ al dat die stem een verrijking was voor de sound en dat het contrast tussen grommende gitaren en die bijwijlen angelieke zang echt wel werkt. Op ‘Dirges’ wordt dat nieuwe geluid verder uitgediept, uitgepuurd, verfijnd en geperfectioneerd. Om heel eerlijk te zijn: na de eerste luisterbeurten vonden we nog dat ‘Dirges’ een doorslagje leek van ‘Èvora’, maar daar denken we ondertussen heel anders over. Op het gevaar af fans van het eerste uur en kenners van het hardere werk tegen de haren in te strijken, durven we dit zelfs de beste plaat te noemen die Astodan tot dusver heeft gemaakt.
We kunnen ons dan ook niet ontdoen van de indruk dat Bart Van der Elst op ‘Dirges’ pas echt zijn plaats heeft gevonden in de groepssound en dat zijn stem en de andere instrumenten meer nog dan op het vorige album een eenheid vormen en in elkaar opgaan. Of de aanwezigheid van zang de band ertoe noopte ook anders om te gaan met songstructuren, weten we niet, al valt het wel op dat deze nummers beduidend korter zijn dan op de vorige drie albums. We krijgen ook niet de gebruikelijke zes tracks geserveerd, zoals op ‘Ameretat’, ‘Bathala’ en ‘Évora’, maar wel negen, duidelijk van elkaar te onderscheiden songs met een eigen gezicht en een – in vergelijking met het oudere werk – rechtlijnigere compositie.
Dit lijkt te impliceren dat de groep anno 2025 toegankelijker klinkt dan ooit en in zekere zin – wat de opbouw van de songs betreft – is dat ook zo. In de meeste songs zijn de gekende ingrediënten van de Astodan-sound – de melancholische sfeer, de melodieuze grandeur, de afwisseling van ingehouden of ronduit mooie passages en forse (bas)gitaren – echter nog steeds aanwezig. Alleen lijkt alles op ‘Dirges’ nog beter en natuurlijker in elkaar te passen.
De tracks, die er voor ons van bij het begin uitsprongen, waren Bound en The Guard, die allebei voor de albumrelease als single waren uitgebracht. De rest vonden we aanvankelijk nogal eenvormig, maar ook van die misvatting zijn we inmiddels afgestapt. Op ‘Dirges’ valt namelijk geen enkel nummer uit de toon. Alleen geven straffe songs als This Loss, Pull Me In, Let This End en Final Blow de geheimen pas vrij na herhaaldelijk beluisteren. Bij een eerste kennismaking lijk je telkens weer te botsen op diezelfde muur van gitaarklanken die als stortbuien neerdruisen, maar de essentie – de melodieën, de tempowisselingen, de zanglijnen, de bij momenten zware gitaren en bas – speelt zich meestal af in de tweede lijn, achter dat zogezegde regengordijn.
De band toont op ‘Dirges’ ook aan dat het niet altijd hoeft te beuken en te bonken om impact te hebben. Het beste bewijs daarvan wordt geleverd met de korte, instrumentale opener Coins en met de bloedmooie single For Love, For Loss, For Life, For Death, een uiterst ingetogen en ingehouden nummer waarin flinterdunne synths en dito gitaarklanken de ijle zang begeleiden. Wat beide tracks met elkaar gemeen hebben, is dat ze lijken af te stevenen op een climax, maar die komt er niet. Toch zorgt dat er niet voor dat deze songs (het gebeurt trouwens ook in ook andere songs uit het hardere compartiment) “onaf” overkomen. Integendeel: ze prikkelen veeleer de verbeeldingskracht van de luisteraar, waardoor je ook meteen een meer persoonlijke band krijgt met de plaat.
Ondertussen is deze ‘Dirges’ al meer dan twee maanden uit, maar deze plaat verdiende het van met “meer dan gemiddelde aandacht” beluisterd te worden. ‘Dirges’ is niet zomaar “groeiplaat”. Het is in de eerste plaats een erg intens, beklemmend en beklijvend album geworden, dat nu al tot onze hoogtepunten hoort van 2025.