Arena - Double Vision

Verglas Records

Double Vision

Lang is de lijst van kunstwerken zoals schilderijen, foto en film waarin deuren, vensters of luiken uitgeven op een nieuwe ruimte, een andere werkelijkheid, een derde dimensie. Maar wat als een nieuwe plaat een doorkijkje geeft naar een verdrongen verleden? Hier denken we aan bij het beluisteren van ‘Double Vision’, het uitstekende negende studioalbum van de Britse progrockers van Arena.

 

Sinds 1995 heeft deze band een hele ontwikkeling doorgemaakt. De eerste albums leden onder een gebrek aan goede songwriting. Dat veranderde toen gitarist John Mitchell aan boord kwam. Twintig jaar geleden introduceerde ‘The Visitor’ Mitchell bij de Arena-aanhang; de plaat bleek een schot in de roos. Het oeuvre werd sindsdien aangevuld met nieuwe hoogtepunten als ‘The Seventh Degree Of Separation’ en ‘The Unquiet Sky’.

Recept voor het succes? Arena schrijft tegenwoordig catchy songs met kop en staart, terwijl de instrumentale excursies snedig gehouden worden. Niks mis met virtuositeit, maar houd het voor het hedendaagse publiek "to the point". En waar eerste gitarist Keith More en zangers Paul Wrightson en Rob Sowden niet (voldoende) in slaagden, lukt het Mitchell en Paul Manzi wel: er emotie in leggen.   

Nu ‘The Visitor’ naar aanleiding van zijn twintigste verjaardag opnieuw uitgebracht wordt, is het verleidelijk om hem te vergelijken met het nieuw verschenen ‘Double Vision’. Van dat album is het met name het epische The Legend Of Elijah Shade dat aan de hand van tekstuele doorkijkjes de link legt met ‘The Visitor’. Althans dat beweert toetsenist en songsmid Clive Nolan. Puzzelen lijkt de opdracht.

En natuurlijk herkennen de fans in Scars een doorkijk naar de Crying For Help-cyclus op 'Songs From The Lion's Cage'. Red Eyes gaat zelfs letterlijk over ons kijkgedrag want het behandelt het voyeuristische thema. 

Maar de doorkijkjes op ‘Double Vision’ (genoemd naar een song uit ‘The Visitor’) functioneren op meerdere niveaus, voorbij Arena. De denkbeeldige ruimte die ze oproepen, werkt als een time-moving metaphor. Doorheen deze doorkijkjes loopt een tijdlijn helemaal terug tot 1979, toen drummer Mick Pointer en gitarist Steve Rothery Silmarillion (vanaf ’81 Marillion) oprichtten.

In ’83 verscheen bij EMI het baanbrekende debuut ‘Script For A Jester’s Tear’, maar al snel werd Pointer op vraag van zanger Fish uit de band gezet. Het zou tot ‘95 duren eer Pointer opnieuw muzikaal actief werd met Arena. Met Clive Nolan stichtte hij het huislabel Verglas.

De erfenis van Marillion heeft Pointer altijd een warm hart toegedragen, wat nog eens bleek toen hij een band samenstelde voor de ‘Mick Pointer's Script for a Jester's Tear tour’ naar aanleiding van de vijfentwintigste verjaardag van de elpee die journalist Paul Stump “an act of towering audacity almost unmatched in rock” noemde. Pointer wilde het adjectief ‘ex-Marillion’ aan de naam van de tour toevoegen, maar botste op een veto van zijn vroegere bandmakkers. Of hoe een gedeeld verleden verdrongen moest worden. 

Wie dus luistert naar ‘Double Vision’, hoort niet alleen ‘The Visitor’ en 'Songs From The Lion's Cage' doorklinken. Anders gezegd: de doorkijkjes tonen ons niet enkel het verleden van Arena. Deze band is volgens Pointer de ware erfgenaam van Marillion, in weerwil van de artistieke koers van Steve Hogarth en de zijnen. Arena ligt inderdaad dichter bij het geluid van een Market Square Heroes of een Grendel. Passen we "double vision" toe, dan zien we Arena én het vroege Marillion.

Het zal sommigen zeker verleiden tot de uitspraak dat de band die vandaag de naam Marillion draagt, progressiever is dan wat Pointer en Nolan doen. Alsof Arena voortdurend door de achteruitkijkspiegel kijkt. Onze eerste bekommernis moet blijven: is de muziek goed? In het geval van ‘Double Vision’ is het "thumps up" voor Arena. Maar wie de groep echt wil kennen, kan niet naast het verleden kijken.

 

 

28 juli 2018
Christoph Lintermans