Amber Arcades - Barefoot On Diamond Road

Fire Records

Barefoot On Diamond Road

Echt veel Nederlandse artiesten halen het niet tot Fire records, het label dat in de jaren negentig begon met de eerste releases van Spacemen 3, Pulp, The Lemonheads of Teenage Fanclub. Niet dat ze zo slecht zat bij het eveneens Londense indielabel Heavenly, maar toch… Om maar te zeggen dat Annelotte de Graaf na twee platen toch een wat meer opgewekte koers lijkt te varen die hopelijk de erkenning krijgt die ze in feite verdient.

Het gemakkelijkst om een voorstelling te maken van een plaat voor u, beste lezer, is als je een rode draad vindt om aan vast te hangen. Die is bij Amber Arcades misschien wat moeilijk te vinden. Natuurlijk staat een hoge, frêle en ijle zang (soms dubbelzang) centraal waarin vooral het slepend timbre – een soort van Juliana Hatfield-alike – opvalt. En ergens durven we die jaren-negentig-indiepopsound wel doortrekken. Maar de grotendeels elektronische songkaders zelf zijn toch een heel ander verhaal: van slepend, druppelend tot vrolijk wippend. Van vederlicht tot mysterieus geladen. Maar ook telkens met originele instrumentale constructies of inventieve melodieuze klanken. Van een zwaar grommend en triphoppig Contain met fluisterzang tot een pracht van een a capella ambientsong Life Is Coming Home met dubbele canonzang en mysterieuze halo’s op de achtergrond.

De tien tracks op deze plaat zijn duidelijk geschreven vanuit een tekstuele en gezongen basis, maar werden nadien ook nauwgezet verder op punt gezet in de studio. Amber Arcades verwondert zich over de schoonheid van de natuur en het leven en doet dat vocaal op een erg nuchtere manier en met liedjes die nergens echt overweldigen, maar keer op keer verrassen. Met bijvoorbeeld een door een soort van fantastische bigband-hoppende cellogroove voortgestuwd Odd To Even als beginner (“Take me in your arms / throw me off the stage”).

Misschien moeten we enkel dat “nergens overweldigen” wat nuanceren. Naar het einde van ‘Barefoot On Diamond Road’ mag het er iets steviger en meer psychedelisch aan toe gaan. Als een I’m Not There dat als een soort anthem fluisterend opent, maar met ongeduldige gitaren spoedig uitbreekt tot een kanjer van een climax met grootse emoties die minutenlang de luisteraar inpalmen.

De Graaf durft op dit derde album dus de tanden te laten zien, maar weet vooral muzikaal te strelen en te aaien. Het feit dat zowat elk van de tien songs een eigen sound en uitstraling heeft, spreekt misschien net een beetje in haar nadeel. We hebben deze plaat dan ook herhaaldelijk na elkaar gedraaid. En gloeien blijft hij. Maar groeien helaas niet.

13 augustus 2023
Johan Giglot