Albert Hammond - Body Of Work

V2

Body Of Work

Er was een tijd dat de songs van Albert Hammond dagelijks op de radio te horen waren. Sterker nog, er was een tijd dat die songs woord voor woord werden meegezongen door jongelui, die zaterdagnamiddag met een primitieve cassetterecorder de hits uit de toenmalige BRT Top Dertig zo volledig mogelijk probeerden op te nemen. Voor de duidelijkheid: deze periode is te situeren in de seventies, toen de zorgeloosheid van de sixties toch al enkele deuken had gekregen door de eerste oliecrisis en een stilaan duurder leven. Maar wie was in godsnaam Albert Hammond? Wel, een hitmachine, voor zichzelf en voor anderen. I’m A Train, The Free Electric Band, Down By The River en zovele andere songs. Hij maakte ze aan de lopende band en zijn zwart gelokte popkop stond in alle muziekblaadjes. Hoe lang heeft dat geduurd? Een jaar of vijf. Disco en punk overleefde hij niet en Hammond verdween uit de schijnwerpers.

Dat is één deel van het verhaal. Stond hij zelf niet meer op de eerste rij, dan bleven zijn composities veel gevraagde (en commercieel vrij zekere) werkstukken voor andere artiesten. En niet de minsten. We willen best streng zijn in onze selectie maar wie kijkt neer op Don’t Turn Around en I Don’t Wanna Lose You (Tina Turner) of To All The Girls I’ve Loved Before (Julio Iglesias en Willie Nelson), Don’t You Love Me Anymore (Joe Cocker) of When You Tell Me That You Love Me (Julio Iglesias). En zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Allemaal adelbrieven van Albert Hammond in het softpopgenre.

Ondertussen zijn we een halve eeuw later. Hammond is in de luwte, buiten de spotlights, bezig gebleven. Regelmatig een tournee langs niet al te grote zalen. De vraag naar nieuwe composities bleef komen. Af en toe een zoveelste greatest hits-verzameling, al dan niet in live versie of met een symfonisch orkest. De fans, vooral in Duitsland, bleven hem trouw. De business werd immer goed geleid en alles lleek onder controle. Alleen, de jaren tikten, de leeftijd steeg en de muziekwereld veranderde. Nu wordt er gestreamd, jonge fans trekken naar festivals met alles erop en eraan, de singer-songwriter blijft een beetje verweesd achter. Zo ook de ondertussen tachtigjarige Hammond.

Kennelijk heeft de leeuw met de weelderige zwarte manen van vroeger nog een keer willen brullen met misschien wel het finale album, ‘Body Of Work’, een kloeke set van zeventien songs waar wij met belangstelling, objectief en toch met enige nostalgie naar geluisterd hebben.

Don’t Bother Me Babe is een stevige opener : Hammond kijkt met enige ergernis naar de nieuwe wereld en vraagt zich af waarom de oude helemaal verdwenen is. Een grote hit zit er wellicht voor de man niet meer in, maar een vlotte tune krijgt hij nog altijd uit de pen. Het label “vintage Hammond” plakten we spontaan op Gonna Save The World, Somebody’s Child of Living In The Universe, een trio zomaar overgevlogen uit de jaren zeventig. 

Ook het echt snelle werk ontbreekt niet. Like They Do Across The River klinkt aanstekelijk maar Shake A Bone steunt iets te  veel op een vage riff, die niet opstijgt, en blijkt in deze waardevolle collectie slechts een schamele opvuller. En wat met de ballads? Ook daar haalt Hammond nog het vroegere niveau. Both Ways zien we spoedig op de verlanglijsten van veeleisende klanten verschijnen en Let It Go gaf Hammond een vakkundig crescendo mee.

De Albert Hammond-fan kan gerust zijn. De stem is weliswaar ietwat aangetast door de jaren, maar met wat goede wil kunnen we zeggen dat er een nog best aangenaam patina over gelegd is en soms verrast hij zelfs nog enigszins met een goedbedoelde klim naar de hogere registers. Vooral de compositorische capaciteiten zijn verbazend intact gebleven. Natuurlijk is zijn stijl die van de seventies, maar wat is daar in godsnaam mis mee? Chaplin maakte onvergetelijke films, YSL ontwierp revolutionaire outfits, Marquez schreef onovertroffen boeken, elk in hun stijl en in hun tijd ! Keep on going, Albert!

9 juni 2024
Frank Tubex