Aksak Maboul - Figures

Crammed Discs

Figures

In onregelmatige fases brengt Aksak Maboul al sinds de jaren zeventig uitdagende avant-gardemuziek uit. Met het dubbelalbum ‘Figures’ is er nu een derde baby geboren, die de onuitputbare vindingrijkheid van de band nog maar eens onderstreept. Toch voelen we ons in de steek gelaten.

 

Aksak Maboul omschrijven is gemakkelijk en moeilijk tegelijk. De Brusselse band ontstond in 1977, toen Marc Hollander, Vincent Kenis en enkele gastmusici de handen ineensloegen voor een nieuw, grensverleggend project. Het resultaat was ‘Onze Danses Pour Combattre La Migraine’, een chaotische plaat die uiteindelijk uitgroeide tot cultklassieker. Dat was geen verrassing: de wereld had waarschijnlijk nog nooit zo’n uitdagend en knotsgek album gehoord.

Het geheim van Aksak Maboul schuilt eigenlijk in de naam. “Aksak” is Turks voor “oneven maatsoort” (of letterlijk: struikelend) en “maboul” is zoveel als “gek” of “gestoord”. Een betere beschrijving voor de muziek bestaat dan ook niet. Aksak Maboul gooit zowaar alle genres op een hoop, van jazz en rock tot folk en minimalisme, om dat dan in een surrealistisch en krankzinnig geheel te gieten.

Sinds dat legendarische debuut kwamen nog eens twee albums uit, respectievelijk in 1980 en 2014, die beiden even uitdagend en grensverleggend waren. En nu is de derde ook eindelijk daar. Waarom de groep er zo lang over doet? Wel, een futuristische plaat in elkaar steken vergt tijd. Daarnaast hebben de oprichting van een label (Crammed Discs) en veel touren er wellicht iets mee te maken. Maar geen nood, de band verontschuldigt zich voor de ruime siësta’s met een extra lange ‘Figures’.

Maar we moeten toegeven dat we een steek van teleurstelling voelden bij het beluisteren van de nieuwe plaat. Net als op ‘Ex-Futur Album’ riep Aksak Maboul ook voor ‘Figures’ namelijk weer de hulp in van The Honeymoon Killers’ Véronique Vincent. Een verkeerde zet, als je het ons vraagt. Hoe goed haar teksten ook zijn, haar stem lijkt gewoon niet goed te zitten in het instrumentale bedje dat Hollander en co openspreiden. Soms komen de Franstalige uitspattingen natuurlijk wel tot hun recht – Histoires De Fous en Retour Chez A. zijn uitstekende voorbeelden – maar te vaak zijn ze niet meer dan een vervelend obstakel die de aandacht afleiden van de instrumentale kunde van de groep.

De plaat bulkt namelijk van de instrumentale genialiteit. Luister maar naar het spel van traag en snel en van blij en droevig op Spleenétique, naar het opzwepende (bij momenten kinderlijke) Formerly Known As Défilé of naar het hypnotiserende The Untranslatable. Die nummers zijn stuk voor stuk instrumentaal divers, rijk en vol onverwachte wendingen.

In die zin zou je dan ook kunnen zeggen dat ‘Figures’ gewoon een voortzetting is van de Aksak Maboul-traditie: grenzen verleggen, luisteraars uitdagen, rommelen met genres en een surrealistisch geheel op poten zeggen. De band is nog even eclectisch als op het debuut. En dat alleen al is bewonderenswaardig. In 1977 maakten ze al de muziek van de toekomst en daar lijkt alvast geen verandering in te zijn gekomen. Toch zouden we vriendelijk willen verzoeken om in een volgende album de focus terug te leggen op de instrumentale vingervlugheid, waar we zo verliefd op werden tijdens de eerste twee worpen. Asjeblief!

15 mei 2020
Jeroen Poelmans