Aisha Burns - Argonauta

Western Vinyl

Aisha Burns speelt al sinds haar tiende viool, onder andere bij het vermaarde collectief Balmorhea, maar zoals ze al bewees op haar debuutalbum ‘Life In The Midwater' uit 2013, heeft ze ook een uitzonderlijk stemgeluid.

Argonauta

Burns heeft een ­– sorry – rokerige alt, helemaal geen hoog meisjesachtig geluid zoals vele andere folkzangeressen. Maar laat dat net een troef zijn. Haar warme keelgeluid past immers als gegoten bij haar intense, diepgravende liedjes die nog eens extra emotioneel geladen worden door cello- en vioolklanken.

En Burns had wat te verwerken. Ten tijde van haar debuutplaat leek ze haar schaapjes op het droge te hebben, zowel relationeel als professioneel, maar dat was slechts schijn. Een jaar eerder overleed haar moeder. De pijn was vaak ondraaglijk, maar kwam in golven. Een voor een zagen de liedjes op deze tweede plaat het licht.  

In deze liedjes balanceert Aisha Burns constant tussen rouw en hoop, tussen nieuw gevonden liefde en stilaan in de mist der tijden verdwijnende herinneringen aan wat haar ooit het dierbaarst was. Ze doet dat op erg gevoelige wijze op acht zwaar beladen songs, maar helaas is ze niet altijd verstaanbaar door de vele echo’s. En dat komt de inleefbaarheid niet ten goede. Misschien had ze toch de plaat niet zelf moeten produceren.

Slottrack Where Do I Begin en I Thought I Knew You Well zijn pareltjes waarin Burns ons wel midscheeps raakt, maar elders, zoals in de eerdere singles We Were Worn en Must Be The Way, verdrinkt haar nochtans mooie stem een beetje in de mix. En dat is jammer, want de ideeën zijn er zeker.

Zo ontleende ze de titel van haar plaat aan een soort inktvis waarvan de vrouwtjes een schelp gebruiken om hun jong te beschermen. Als de jongen levensvatbaar zijn, neemt de argonautamoeder de schelp mee naar het wateroppervlak en laat daar haar pasgeboren kroost wegzwemmen.

De metafoor is duidelijk. Door de dood van haar moeder heeft Burns een gevoel van verlatenheid, maar de drijvende, lege schelpen van argonauta werden door zeelieden altijd gezien als een teken van kalm weer en gunstige winden. Er is dus ook hoop en die wordt gesymboliseerd door de scheepszeilen op de albumcover.

Helaas komt dat gevoel van hoop niet genoeg naar voren in de songs die vragen oproepen, maar geen of weinig antwoorden vinden. “When will life begin?" vraagt ze zich bijvoorbeeld af in Leavin’, maar het antwoord komt niet. En in Where Do I Begin klinkt het: “Oh, won’t some otherworldly joy / Please step on in?”

Vele vragen dus en ook de vraag of dit nu een topplaat is, blijft open. Ze heeft alleszins haar momenten.

 

28 juni 2018
Marc Alenus