Agnes Obel - Aventine

Pias

Fris als het eerste madeliefje in het bedauwde gras, zo klonk ‘Philharmonics’ in 2010. Ook al kwam het album uit bij het begin van de herfst. Nu, drie jaar later is er ‘Aventine’ en dat klinkt als slow food voor je oren.

Aventine



De Aventijn is één van de zeven heuvels van Rome en onderwerp van de titelsong van dit album. Op de heuvel woonde de vuurspuwende reus Cacus, die door Hercules werd gedood. Maar voor Agnes Obel is het een of andere metafoor, die we nog niet ontcijferd hebben. Dat mysterieuze is kenmerkend voor de Deense. Zelf zei ze in een interview de naam gekozen te hebben, louter omwille van de klank van het woord.

Het titelnummer is niet de opener, maar de vierde song op het album, dat langzaam openbarst als een boomknop na de winter. Die is nog bedekt met een dun laagje rijp in Chord Left, het instrumentale pianonummer waarmee de plaat begint. Tergend langzaam, heel subtiel zie je het ijs smelten, de knop zwellen en ten slotte openbarsten in Fuel To Fire.

Hierin voegen stem, cello, viool en harp zich bij de piano, maar ondanks wat de titel doet vermoeden, laait het vuur niet hoog op. Obel lijkt wel elke noot vast te willen houden, verscholen in haar geheime toevluchtsoord in Berlijn waar ze momenteel woont. Ook Dorian is zo’n onthaaste song waarin piano, strijkers en de zachte stem van Obel in een innige, trage dans verstrengeld zijn.

Het eerste echte hoogtepunt is Run Cried The Crawling waarin de viool hoog mag uithalen. De sfeer is onderkoeld, een beetje eng zelfs. Alsof je langs een pekzwart vulkaanmeer in de Eifel wandelt en je elk moment verwacht een bleek lijk te zien drijven.

In het korte, instrumentale Tokka druppelt de piano spetterende klanken om plots over te gaan in de ondertussen bekende single The Curse waarin de piano aanvankelijk achterwege blijft en Anne Müller mag schitteren op cello en Mika Posen van Timber Timbre op viool. De song zou gebaseerd zijn op een scène uit ‘Honderd Jaar Eenzaamheid’ van Marquez, waarin één van de karakters een zak beenderen meezeult, niet wetend wat er in de zak zit. Vergetelheid is als een zachte zegen, herinnering is een vloek.

Pass Them By heeft opnieuw een subtiele verrassing in petto. We horen de gitaar van Robert Kondorossi, die ook al te horen was op ‘Philharmonics’, in een song waarin het gras juicht wanneer Obel voorbij schrijdt, onderweg elk plantje in ogenschouw nemend.

De volgende drie nummers zijn ondergedompeld in diezelfde, intieme, filmische sfeer. Het album kabbelt rustig voorbij, nooit saai, maar altijd ragfijn en tijdloos. Aan het eind is er enkel stilte: “The taste of something that good”.

30 september 2013
Marc Alenus