Abacus - European Stories

New Music - Green Tree

Abacus ontstond op het juiste moment; in 1971 mocht het zich voorstellen op het Germersheim Rock Festival voor een publiek van maar liefst driehonderdduizend bezoekers. Die kwamen dan wel eerder voor Pink Floyd, Santana of ELP, maar de naam en sound werden gehoord. Zelf is Abacus nooit meer tot de grotere podia doorgebroken, maar stichter Jürgen Wimpelberg loodste zijn band na een lange afwezigheid in de opnamestudio naar de eenentwintigste eeuw. Onderweg werden de gewaden van de krautrock afgelegd en evolueerde men naar progressieve rock. ‘European Stories’ is het derde album van de groep sinds 2001.

European Stories

De plaat klinkt al even internationaal als de huidige line-up: naast drie Duitsers telt men een Frans-Duitse zanger, een Italiaanse drummer en gastzangers uit de Angelsaksische wereld. De verhalen op het album ontstonden tijdens diverse tournees door Europa om de songs – alle geschreven door Wimpelberg – tussen 2013 en 2016 op te nemen in studio’s in Duitsland, de Kanaaleilanden en Italië.

Opener Rome krijgt een idiomatische uitvoering. Met pompeuze toetsen en marsritmes is het niet moeilijk om zich in het oude Romeinse Rijk te wanen. Voor wie de historische context ontbreekt, onthult de tekst pas op het einde rond welke staatsman het verhaal draait. Meteen is wel duidelijk dat de sterkte van de groep in Wimpelbergs toetsenspel ligt. In zijn beste momenten steekt hij Emerson en Wakeman naar de kroon. Jammer dat de meeste songs ontsierd worden door de machinaal klinkende drums; vermoedelijk speelt Gianmarco Moroder op zo’n elektronische kit en daar krijgt niemand een swingend geluid uit.

Met Spanish Armada schuiven we duizendvijfhonderd jaar op in de tijdrekening. Een Spaanse inleider schetst de context van de strijd ter zee tussen Engelsen en Spanjaarden. Interessant is dat we de oorlog volgen vanuit het perspectief van de verliezers (Spanje). Bovendien is de ik-verteller geen gedecoreerde held, maar een anonieme zeeman zoals er toen honderden gesneuveld zijn. Mooi is de herinnering aan zijn geliefde Constanza, zodat de luisteraar echt meevoelt met het hoofdpersonage. Wimpelbergs toetsen klinken als bulderende kanonnen in een chaotische uitbarsting van menselijk drama. Wel jammer dat de emotionele vocalen van Patrick Pelzer te diep in de mix verborgen zitten; de song behaalt zo maar de helft van zijn werkelijke sterkte.

Nancy Cathedral vertelt over een mystieke ontmoeting. Wimpelberg verwijst in zijn spel naar het pijporgel en de song eindigt met koorzangen. Het contrast kan niet groter met het profane Club de Marquee: de ik-persoon wordt halsoverkop verliefd op een stripteaseuse, verliest haar en gaat ten onder aan drankzucht. Het wereldse onderwerp wordt onderstreept door verzen als "So baby, baby gimme love and stay", funky koperblazers en een gitaarsolo die de lagere instincten naar muziek vertalen.

Als de legendarische Keith Emerson zich aan de boogie kon wagen, dan ik ook, moet Wimpelberg gedacht hebben. Zijn Kumperland Boogie is relatief eenvoudig; de grootste verrassing is de bluesy zangpartij van een tachtigjarige uit New Orleans. Dat het de vijfde track is (op acht) en toch als bonustrack genoteerd staat, zegt genoeg hoe ernstig de band dit nummer neemt.

Catchy en prima is de song Berlin, dat duidelijk naar het Derde Rijk verwijst en de draak steekt met totalitaire regimes. Kenmerken van AOR vinden we in het pompende en stampende European Tour Song, een ode aan het muziek maken en het touren en de (autobiografische?) geloofsbelijdenis van een oudere muzikant die ondanks alles koppig op zijn weg blijft doorgaan. Inclusief samenzang met voldoende oh-oh-oh-oh’s om de luisteraar een live gevoel te geven.

Afsluiten doet het album in een gewijde sfeer met Gaelic Farewell, waarin Wimpelberg elementen uit de Keltische folk op zijn klavieren emuleert en vocale gastbijdragen de authenticiteit verzekeren. ‘European Stories’ is een sympathieke plaat die hoofdzakelijk de toetsenfans zal aanspreken, terwijl de mix de zangpartijen tot weinig eer strekt, de drums als uit een doosje klinken en de songwriting de vooropgestelde ambities niet altijd waarmaakt.

24 augustus 2016
Christoph Lintermans