Pauwel De Meyer - Having Fun
Starman Records
De demonen zijn uitgedreven, tenminste toch voor even, en zo kan de blik wederom inwaarts gaan op het nieuwe album van Pauwel De Meyer.
Wat is het mooi om een artiest te zien groeien. ‘Hideaway’ van zo’n jaar of drie geleden was al een serieuze upgrade ten opzichte van het charmante, maar erg lo-fi klinkende ‘What Do They Do With Boys Like Us’ van nog twee jaar eerder. En dan was er plots het psychedelische beest dat Monster Youth heette, een band waar de energie vanaf spatte, De Meyer van een heel andere kant liet zien en waarin hij zichzelf herdoopte tot Zarkan Mehillab.
Maar nu is er ‘Having Fun’, terug onder eigen naam en het lijkt wel alsof Pauwel De Meyer zijn lo-fi jasje voorgoed aan de kapstok heeft gehangen. We horen zelfs een hemelse vrouwenstem op Here Again, dat na het korte Lonely Boys de eigenlijke opener is van dit persoonlijke album.
Nothing To Prove klinkt heerlijk diep door de weidse gitaar van Koen De Gendt en het prachtige drumwerk van Klaas Borms en in Mom’s Car, de gedoodverfde single van de plaat, is het bassist Anton De Boes die in het begin de plak zwaait tot De Gendt, die zelf voor de arrangementen mocht zorgen, heerlijk aan het soleren gaat. We horen een band die net als de frontman bulkt van het zelfvertrouwen en dat is niet meer dan terecht. Deze songs staan als een huis.
Het huis van De Meyer staat in Sint-Niklaas en dat verklapt hij onrechtstreeks in Prins Albertstraat. Het legt het persoonlijke karakter bloot van deze plaat, net als Shana-Na dat ongetwijfeld is geïnspireerd op De Meyers vriendin. Hij eert haar met een leuk sixties popnummer.
Naast zijn persoonlijke leven liet De Meyer zich ook inspireren door Paul Gaugin in Eiaha Ohipa. Waar hij de mosterd haalde voor Easy weten we niet, maar het is wel een prima uitgewerkt nummer, waarop het makkelijk meeklappen is en dat toch het psychedelische in zich draagt van de nummers die hij maakte met Monster Youth.
Rest enkel nog het lome slotnummer 99 dat de plaat op gepaste wijze uitwuift met een lang volgehouden slotnoot en onder andere lijkt te verwijzen naar de voorliefde van De Meyer voor boomhutten, maar ook verhaalt hoe hij ook in zijn hoofd een eigen privéplekje vond.
‘Having Fun’ is een wat vreemde titel voor een plaat die eigenlijk het “coming of age”- album is van een artiest, maar wij hebben er alvast veel plezier aan beleefd.