Sam De Nef - Ik ben enorm nostalgisch van aard
Sam De Nef werd door Tamino getipt bij platenfirma Unday, die onmiddellijk door de knieën ging. Drie singles later is het tijd om het debuut voor te stellen: ‘Lonely Day, Crowded Year’. Een debuut om in te kaderen van Sam als soloartiest, nadat we hem eerder leerden kennen als frontman van Danny Blue And The Old Socks.
Hoe bots je op zo’n mooie titel?
Sam De Nef: Vooreerst wil ik toch zeggen dat ‘Lonely day, Crowded Year’ geen coronaplaat geworden is, al heb ik ze wel geschreven tijdens de eerste weken van de lockdown. Ze wil weergeven dat het jaar, dat nu voorbij ging, een beetje te vergelijken is met de tien jaar waar ik doorgeraasd ben. Ik wil niet dat mensen denken dat het enkel daarover gaat, maar wou die knipoog toch in de titel steken.
Ben je iemand die snel nummers schrijft of neem je daar je tijd voor?
Dat gaat toch vrij vlot. Ik heb eigenlijk nog twee keer zoveel demo’s achter de hand. Ik heb ze doorgestuurd naar de platenfirma, waar ze een selectie hebben gemaakt. We zijn daarna naar Frankrijk, naar de Vogezen getrokken. In een oude spinnerij die werd opgeknapt hebben we op een zolder de plaat opgenomen samen met Nicolas Rombauts en Pieter-Jan De Craene.
Was die omgeving inspirerend voor je plaat?
Zeker! Ik wou het sowieso omdat ik me niet zo comfortabel voel in het studiogegeven, dat nogal afstandelijk is. Ik ben er geen fan van dat de producer achter een raam op je vingers staat te kijken. Ik wou een open locatie waar ik voor en na de opnames de mogelijkheid kreeg om de natuur in te stappen. Zo was ik toch even weg uit de opnameruimte.
Waarover gaan jouw songs?
Het zijn heel persoonlijke verhalen waarin nogal wat nostalgie schuilgaat. Dat heeft niets met de corona-omstandigheden te maken. Ik ben gewoon enorm nostalgisch van aard en dat is zelfs nog toegenomen de voorbije maanden. Ik ben er zelf niet altijd even blij mee, omdat ik heel veel naar vroeger kijk. Ik ben misschien het type singer-songwriter die enigszins sombere liedjes schrijft (lacht). Iedereen moet er zijn ding in vinden.
Met welke grote namen ben jij te vergelijken?
Dat is een moeilijke. Zelf luister ik heel veel naar Bob Dylan en Neil Young, maar het is lastig om me met hen te vergelijken. Dat zijn de absolute meesters! Ze inspireren me wel, maar ik wil me niet met hen meten.
Hoe belangrijk is Linde Merckpoel geweest in jouw groei als artiest?
Ik heb van haar heel vele kansen gekregen en ik ben haar dan ook superdankbaar. Ze was een enorme hulp. Ik heb veel naam bijgewonnen tijdens het coronajaar. Zo is die periode toch veel positiever verlopen. Zonder haar had ik een aantal kansen nooit gekregen. Linde is eigenlijk mijn buurmeisje en haar keuze om de muzikale buurjongen in te zetten, was op dat moment één van de manieren om live muziek op de radio te krijgen. Na mijn passages bij haar kreeg ik trouwens een platencontract en mocht ik een maand lang Engelstalige covers maken van Nederlandstalige klassiekers bij Stubru, waaronder Ik Mis Je Zo. Daarna kwamen mijn drie singles Requiem For a Dreamer, Mother en Starlit Waters.
Betekent deze soloplaat voor jou het einde als frontman van Danny Blue And The Old Socks?
Totaal niet! We konden als band niet samen repeteren door de situatie. Iedereen doet nu zo'n beetje zijn eigen ding uit noodzaak. Het is de eerste keer sinds we zestien zijn dat iedereen nu een beetje een eigen weg gaat, maar enkel en alleen door de omstandigheden. Ooit kruisen onze paden wel weer.
Wat is jouw ambitie met de plaat?
Ik wil natuurlijk liefst zoveel mogelijk spelen, maar dat is nu een beetje moeilijk. Ik ben nu al bezig met de volgende plaat en wil die zo goed mogelijk afwerken. Ik wil gewoon goede muziek maken.
Jouw vriendin heeft mee de clips gemaakt bij jouw singles. Hoe was dat?
Dat was gewoon megacool. Zeker omdat we bijna altijd samen waren. Anderzijds bracht het soms ook wrijvingen met zich mee (lachje). Ik had veel ideeën rond die clips, maar je moet natuurlijk ook toegevingen doen. Ik ben uiteindelijk heel blij met het eindresultaat.