Hoe prog waren Simple Minds?

Hoe prog waren Simple Minds?

De voorbeschouwing van Peter Vantyghem in De Standaard van 3 april bij de laatste doortocht van Simple Minds was naast erg lezenswaardig ook een openbaring. Voor deze progrockfanaat vielen de puzzelstukjes eindelijk in elkaar.

Toen deze Schotten met de verovering van de wereld begonnen, was ik elf. Dat is de leeftijd waarop een kind andere mensen inspirerend begint te vinden. Voor mij waren dat Jim Kerr en Bono. Van Tyghem wijst op de merkwaardige balans die toen bestond tussen de successen van Simple Minds en U2. De Ier Bono klonk als de nieuwe heiland. Maar het was Kerr die met zijn genderfluïde persoonlijkheid mij het sterkst aansprak. Vantyghem schrijft dat Kerr er als een priester bijliep. Dat had ik toen niet door, maar de esthetiek van de Roomse kerk fascineert me al van kinds af aan.

En dan was er de muziek. U2 was een gitaarband, maar Simple Minds maakte ‘"unstzinnige, progressieve elektrorock", aldus Vantyghem. Het artikel noemt ook Kerrs invloeden: de Schotse tiener was in de ban van Genesis, Van der Graaf Generator, Yes en Hawkwind. Die groepen teerden ooit op de bühneverschijningen van Peter Gabriel, Peter Hammill en Jon Anderson.

Ik begrijp nu dat Kerr zich hieraan moet gespiegeld hebben, alsook aan de biseksuele uitstraling van David Bowie. De opgroeiende Kerr was een Glaswegian uit de verpauperde flatgebouwen die zijn toevlucht vond in de fantasievolle muziek en epische teksten van groepen die hem lieten wegdromen. Vantyghems artikel maakt zo eindelijk korte metten met het koppige vooroordeel dat progressieve rock enkel iets was voor jongetjes uit de rijke middenklasse.

Toen de eighties op de laatste benen liepen en een enigma met de naam Pink Floyd op wereldtournee ging, ontdekte ik de progrock. Simple Minds stonden niet meer op mijn radar, het was een popgroep als een andere geworden. Ik raakte gefascineerd door de mighty Floyd, terwijl de Floyd-leden achter Hipgnosis’ idiosyncratische hoezen verborgen bleven. Misschien daarom dat ik me als verlegen tiener perfect in de mythische band kon vinden.

Simple Minds mogen dan geruisloos uit mijn blikveld verdwenen zijn, maar de liedjes hebben een rijke voedingsbodem gekweekt. Terwijl in de jaren negentig de grunge aanbrak, ontdekte ik de kunstzinnige, progressieve elektrorock van King Crimson. En ik leerde groepen kennen zoals Marillion en een gerevitaliseerd Yes die teruggrepen naar de muziek die Kerr op zijn eerste platenspeler grijs draaide.  

Vandaag zijn we dertig jaar verder. Mijn collectie progrock deint intussen eindeloos uit. Wat Jim Kerr en Charlie Burchill in die decennia uitgevreten hebben, kan ik u niet vertellen. Maar nu – in het jaar dat ik vijftig word – besef ik dat Simple Minds ooit mijn noodzakelijke eerste stap waren richting muzikale hemel.  

29 april 2024
Christoph Lintermans